De Franse hofdichter Eustache Deschamps bekloeg zich in de 14de eeuw dat men in Vlaanderen bij alles mosterd serveertt. Hij schreef er zelfs een mosterdsausballade over met als terugkerende klacht “Toujours, sans demander, moustarde”.
In Gent neemt men de mosterd nog steeds zeer ernstig en dit dankzij de mosterdfamilie Tierenteyn die reeds sinds 1790 mosterd maken. Augustus Tierenteyn, tweede generatie mosterdmakers, huwde in 1855 Adelaïde Verlent. Na zijn dood zette de weduwe de zaak verder vandaar de bedrijfsnaam Vve Tierenteyn-Verlent. In 1958 werd de zaak overgenomen door Jean Caesens. Zijn dochter en kleindochter waken over het traditionele recept van deze donkere en vrij vloeibare mosterd. De Gentse mosterd wordt gemaakt en verkocht op de Groentenmarkt midden Gent. In het originele winkeldecor uit de late jaren 1860 worden de mosterdpotjes vers afgevuld. Menig Gentenaar loopt er langs om zijn potje opnieuw te vullen met het pittige streekproduct.