Vlaamse schrijvers zijn goed in twaalf stielen en dertien ongelukken. De Aalstenaar Louis-Paul Boon was een tijdlang huisschilder, terwijl de Bruggeling Hugo Claus zijn kost als gevelschilder, leidekker en letterzetter verdiende. Ook de West-Vlaming Stijn Streuvels moest al op jonge leeftijd als bakkersgast de handen flink uit de mouwen steken. Aan de bakkersoven zou Frank Lateur, zijn echte naam, zijn eerste meesterwerken schrijven, waaronder het recept voor de Avelgemse perentaart.
“Het verband tussen Streuvels en de Avelgemse perentaart is zeker niet uit de lucht gegrepen”, vertelt Lieven Vanthiegem, de Avelgemse burgemeester en de belangrijkste promotor van de taart. “Streuvels blonk niet uit op de schoolbanken. Al op z’n veertiende ging hij werken in de bakkerij van zijn grootouders hier aan de Doorniksesteenweg in Avelgem. Het kan niet anders dan dat Streuvels de specialiteit van het huis Lateur, de perentaarten, heeft gebakken.”
De Avelgemse perentaart werd trouwens herontdekt toen zij in 1961 aan de schrijver geserveerd werd bij zijn 90ste verjaardag. “De taart behoort zonder twijfel tot het culinaire erfgoed van Avelgem”, zegt de burgemeester. “Omdat nog maar weinig bakkers de taart kenden, hebben we ze als streekproduct laten erkennen.”
Vandaag zijn er in Avelgem opnieuw drie bakkers die de traditionele perentaart maken volgens een recept dat naar schatting ruim 200 jaar oud is. De taart werd destijds gemaakt met de kiesmadammen: de harde onrijpe stoofperen die tijdens de maand september te vroeg van de bomen vielen. “In die tijd ging nog niets verloren”, zegt Lieven Vanthiegem. “De mensen lieten de peren ongeschild trekken in suiker en maakten er een perenmoes van. Later zijn de bakkers van Avelgem de moes gaan verwerken in hun taart. Een fruitbedrijf uit de streek heeft lange tijd alleen voor onze bakkers de moes aangemaakt.”
Avelgem heeft nog een tweede erkend streekproduct: de piro, een worstenbroodje. “De piro is alleen gekend in de meest zuidelijke punt van West-Vlaanderen”, zegt Lieven Vanthiegem. “Grensarbeiders die in Rijsel in de textielfabrieken gingen werken, zouden het vanuit Noord- Frankrijk hebben meegebracht. Daar sprak men over ducasse de Pierrot of hansworstkermis. Pierrot werd bij ons piro.”
De piro is een kruidig varkensworstje, gerold in een pistoletdeeg. Deze hartige snack wordt nog veel geserveerd in de plaatselijke cafés in Avelgem en omgeving. Jaarlijks, tijdens de weekends van eind oktober tot eind februari, houden ze beurtelings hun eigen pirobak.