- 300 g boekweitmeel van ’t Gebroek
- 100 g bloem
- 6 dl melk (of karnemelk) van de hoevewinkel
- 2 dl blond tafelbier (bv. LGHT van brouwerij Jessenhofke, of Martens tafelstout)
- 4 eieren een klontje boter
- 2 dikke sneden gezouten spek (0,5 cm dik) (bv. Kempisch spek)
- 1 potje Loense stroop zout
Meng het boekweitmeel, de bloem, de melk het bier en een snuifje zout.
Voeg de eieren toe en meng met een staafmixer tot een egaal beslag zonder klonters. Als je dit beslag een paar uur of een nacht laat rusten. is de pannenkoek .nog lekkerder. Smelt een klontje boter in een grote koekenpan.
Haal het zwoerd en de stukjes kraakbeen weg en snijd de sneetjes spek in twee.
Bak het spek op een matig vuur goudbruin en licht krokant langs beide zijden. Laat het braadvet niet verbranden! Laat het spek uitdruppen op een keukenpapiertje en giet het braadvet in een kopje.
Veeg de koekenpan even uit en doe er een lepel van het braadvet in.
Giet in de hete pan beslag voor een dikke pannenkoek. Zet het vuur wat zachter. Bak de pannenkoek 1 tot 2 minuten en keer voorzichtig om. Laat nog een minuut verder bakken en serveer meteen. met het lapje spek aan de bovenzijde.
Smeer er stroop op.