Limburgse Stroop - Stroop Van Vrolingen

Limburgse Stroop - Stroop Van Vrolingen

De stroopstokerij van Walter Bleus uit Vrolingen zou van 1843 dateren en is een beschermd monument. terecht, want de donkere achterbouw, waarin de twee koperen stroopketels de enige glimmende lichtbakens zijn, zouden zo naar Bokrijk kunnen worden overgeplaatst. Je hebt hier aan de bescheiden Steenweg op Vrolingen dan ook maar weinig verbeelding nodig om de tijd op te roepen waarin honderden familiale stroopstokerijen op deze manier de fruitoverschotten tot stroop inkookten. Vandaag is Walter Bleus een telg van de laatste stroopfamilies uit de omgeving van Borgloon. “Als mijn ketels versleten zijn, zal het nog moeilijk zijn een koperslager te vinden. Ik kan met inox gaan werken maar dan moet ik overschakelen op stoom of elektriciteit en krijg je een geheel andere stroop”, zegt Walter Bleus.”

Stroop van Vrolingen
Bleus verwerkt dagelijks tussen 1000 en 1800 kg fruit. Het is hard werken, soms 14 uur per dag. “Maar stroop maken is heel simpel”, beweert Bleus. “Je moet gewoon fruit persen en inkoken tot er een   stroop overblijft. Ik kan het iedereen op een jaar aanleren.” toch vergt de ambachtelijke manier waarop hier in Vrolingen nog stroop wordt gemaakt ook een bijzondere vakkennis. “De kunst is de juiste fruitsamenstelling te maken”, zegt Walter. “Daarvoor moet je wel veel kennis hebben over fruit. Zoete peren moet je combineren met zuurdere appels. te weinig appel geeft dan weer een te platte stroop. Iedere dag moet je wikken en wegen op basis van het geleverde fruit. Daarom smaakt ambachtelijk gemaakte stroop nooit hetzelfde. terwijl er in een industriële stroomfabriek zoveel ton per keer verwerkt wordt dat je geen verschil meer proeft.”


In Vrolingen wordt traditionele Limburgse stroop - siroop mag je niet zeggen, want dat is een hoestmiddel - geproduceerd van appels en peren. Het is een puur product waaraan geen kunstmatige bind-, zoet- of bewaarmiddelen worden toegevoegd. “Stroop is eigenlijk niet meer of niet minder dan een bewaarmethode, net als pekelen, die stamt uit een tijd dat de mensen nog geen ijskast hadden”, vertelt Walter Bleus.

“Vroeger hadden de families in Haspengouw tussen 50 en 100 kg stroop in voorraad voor de winter. Door zijn hoog suikergehalte kan stroop gewoon niet bederven. Ik heb een zestien jaar oud potje.”

Limburgse stroop wordt uiteraard op de boterham en de pannenkoek gesmeerd maar ook gebruikt als zoetmaker bij stoofvlees, konijn, ribbetjes, en zelfs geserveerd op geitenkaas en ijs.


Limburgse Stroop