Waar is de tijd dat je bij opa of oma een slokje elixir kreeg, als slaapmutsje, of wanneer je buik wat zeer deed na het eten? Een paar drupjes Elixir d’Anvers op een suikerklontje, en je voelde je meteen al een stuk beter.
Paardenfokkers hadden steevast een fles van de kruidenlikeur bij de hand een paard met kolieken. kreeg een paar flinke slokken Elixir d’Anvers – het wordt nog altijd letterlijk een paardenmiddel genoemd.
19 maart 1863: François-Xavier de Beu- kelaer ontdekt, na het beëindigen van zijn dokters- en apothekersstudies. en na jarenlange opzoekingen en proeven, een heerlijke. weldoende kruidenlikeur. In 1870 deponeert hij zijn Elixir dAnvers als een Jigueur de table, en maakt daar- mee meteen duidelijk dat zijn drankje van een ander kaliber is dan de puur medicinale elixirs van de apothekers. die toen heel courant waren. Al gauw wordt Elixir d’Anvers geroemd om zijn DIGESTIEVE EN WELDOENDE EIGEN- SCHAPPEN: elke huisvrouw heeft het gele drankje in haar apothekerskastje staan. al verhuist het al snel naar het bar- meubel.
Rond 1900 was een hoogtepunt voor de elixirs in België. Elke apotheker bood zijn versie van het gezondheids- drankje aan. en zowat elke Belgische likeurstoker bracht een variant op demarkt Het succes van FX de Beukelaer groeit. en in 1894 wordt er speciaal een nieuwe. grotere likeurstokerij gebouwd. in de Haantjeslei: daar zit het bedrijf nog steeds. 32 kruiden. schorsen en vruchten vormen het geheim achter het succes- recept. dat overigens maar door twee mensen gekend is. De droge kruiden gaan in een koperen distilleertoestel (alarnbic) en trekken (macereren) een nachtje in zuivere alcohol. De vloeistof wordt verhit. en het distillaat wordt gemengd met zuivere alcohol, zacht water en suiker. waarna de elixir nog 3 maanden verder rijpt in oude eiken vaten.
Het resultaat is een geel drankje met een wtgesproken kruidengeur en smaak waanin je nogaltijd iets van een apothekersdrankje herkent. Al ben je er best wel wat voorzichtig mee: het bedraagt 36.9% vol.
FX de Beukelaer is niet de enige met een succesvol elixir. In 1903 kwam Stokerij De Poldemaar met een eigen versie van Belgisch elixir op de Antwerpse markt De fles draagt overigens nog altijd het originele etiket van toen. een beeld van het leven in Oorderen. een dorp in het Waasland dat verdwenen is bij de uitbreiding van de haven. Net als de andere Belgische elixirs (waaronder ook de Elixir de Roulers van Vyncke- Daels uit Roeselare) liggen distillaten van gedroogde kruiden en vruchten aan de basis: hier spelen kaneel. saffraan en steranijs de hoofdrol. En natuurlijk is het drankje goudgeel – hét kenmerk van een Belgische elixir. Je drinkt het ‘on the rocks’. met ijs. of ‘old-fashioned, met citroensap. zeste van citroen en een paar drupjes bitters. Of. uit pure nostalgie. op een suikerklontje.