Ze lijken op bagels, maar in plaats van een gat hebben ze in het midden een kuiltje. Qua smaak zijn de twee echter helemaal niet te vergelijken: bagels zijn een beetje zoet, terwijl mastellen meer smaken naar sandwiches met een vleugje kaneel. Maar liefst duizend jaar geleden zouden ze voor het eerst gemaakt zijn in een karmelietenklooster vlak bij het Gravensteen. Ze werden traditioneel gegeten op de naamdag van Sint-Hubertus, op 3 november, vandaar dat ze soms ook ‘Hubertusbrood’ werden genoemd. Ook wordt met mastellen wel eens oneerbiedig ‘oud vrouwtje’ bedoeld: "Mijn meetse, zuu een ouwe mastelle.”