Pannenkoeken! Wie is er niet groot mee geworden? Pannenkoeken zijn heerlijk voor bij het ontbijt en vallen ook als lunch of avondeten in de smaak. Maar waarom mislukt die eerste pannenkoek (bijna) altijd? Wanneer draai je de pannenkoek best om en hoe maak je luchtig pannenkoeken? Duik de keuken in met onze tips om zelf pannenkoeken te maken…
Tip 1: Maak je pannenkoekenbeslag op voorhand klaar
Laat het beslag, nadat het gemengd is, minstens een uurtje rusten in de koelkast: zo krijg je een gladdere pannenkoek met een betere structuur.
Tip 2: Gebruik verse producten
- Maak voor je beslag gebruik van verse producten (kakelverse eieren, echte boter, volle melk, …), zij bepalen de kwaliteit en smaak van je pannenkoek
- Een snuifje zout in je pannenkoekendeeg zorgt dan weer voor een goede smaakbalans
- Wil je liever geen verse gist gebruiken, dan kan je zelfrijzende bloem in plaats van gewone bloem gebruiken. Dan laat je de gist weg en hoef je het beslag vooraf niet te laten rijzen.
- In plaats van tarwe kun je natuurlijk ook speltmeel, havermoutmeel, amandelmeel of boekweitmeel gebruiken.
Tip 3: Vermijd deegklonters
Niets vervelender dan deegklonters in je beslag. Gebruik een mixer of een blender om dit te voorkomen. De traditionele manuele klopper werkt natuurlijk ook. Heel belangrijk voor een glad beslag: voeg de vloeibare ingrediënten langzaam aan het beslag toe.
Tip 4: Zo vet je de pan goed in
Vet jij de pan in door een scheut olie of een klontje boter rechtstreeks in de pan te doen? Dan bestaat de kans dat je pan niet overal goed ingevet is en dat de pannenkoeken blijven kleven. Dit kan je makkelijk oplossen door de pan in te vetten met behulp van een kwastje of keukenpapier. Doe een beetje boter of olie op je kwast/keukenpapier en wrijf er de pan egaal mee in. Heb je geen kwastje in huis, gebruik dan een aardappel. Snij de aardappel in twee, prik op een vork, dop hem in de boter of olie en smeer er de pan mee in. Je zal merken dat het omdraaien van de pannenkoeken eens zo vlot zal gaan.
Tip 5: Je pan moet de goede temperatuur hebben
- Laat de pan goed heet worden en vet ze in voor je er je beslag in schept. Dan is het even zoeken naar de juiste temperatuur om je pannenkoeken te bakken. Laat het beslag stollen: als het bovenaan niet meer vloeibaar is en de randjes bruin beginnen te kleuren, mag je de pannenkoek omdraaien. Bak nog even verder aan deze kant tot hij bruin is. Stapel de pannenkoeken op een bord en dek af met een tweede bord of met aluminiumfolie: zo blijven ze nog een tijdje warm.Je hebt nog even wat geduld nodig.
- Als je pan te heet is zal de buitenkant verbranden voor de binnenkant gaar is. Als de pan te koud is, dan zuigt het beslag alle olie op. Je wilt een pannenkoek die bruin is en mooi zacht blijft. Zet daarvoor de pan op een middenhoog vuur en laat de pan eerst 3 minuten langzaam opwarmen voordat je er voor de eerste keer beslag in doet. Draai het vuur weer laag voor je de pan opnieuw invet
- Het is belangrijk om wat te ‘spelen’ met de stand van het vuur. Zet het vuur iets hoger wanneer je een pannenkoek begint te bakken. Zet het wat zachter wanneer je de koek hebt omgedraaid.
Tip 6: Gebruik de juiste pan
- Wat de beste pan is om pannenkoeken mee te bakken, zijn de meningen over verdeeld. Zo zweert de één bij een speciale pannenkoekenpan met antiaanbaklaag, terwijl de ander verknocht is aan een pan van gietijzer. Een paar dingen om rekening mee te houden bij het kiezen van een pan:
- De zijkanten van de pan moeten niet te hoog zijn, anders is het lastig om de pannenkoek om te draaien. De bodem van de pan moet niet te dun zijn. Met een dikke bodem wordt de warmte beter verdeeld en branden je pannenkoeken minder snel aan.De pan moet niet te zwaar zijn, anders heb je bij de tweede pannenkoek al een lamme arm
- Pannenkoeken bak je best in een gietijzeren bakpan of een pan met antikleeflaag.
Tip 7: Maak je pannenkoek extra luchtig met deze trucjes
- Eigenlijk is het genoeg om de pannenkoeken één keer om te draaien. Als je pannenkoeken te vaak omdraait dan gaat dat ten koste van de luchtigheid. Wanneer moet je de pannenkoek omdraaien? Als zich kleine belletjes vormen in het midden van de pannenkoek en die belletjes barsten. Dan is het tijd om de pannenkoek om te draaien.
- Vervang wat van de melk in het beslag door bier of spuitwater: dat maakt de pannenkoeken lekker luchtig.
- Het geheim achter extra luchtige pannenkoeken? Opgeklopt eiwit. Het kost je wat meer tijd dan wanneer je met hele eieren werkt, maar het resultaat mag er zijn. Gebruik in de eerste fase van het deeg alleen de eierdooiers. Klop het eiwit stijf en spatel het voorzichtig onder het deeg net voor je begint te bakken. Een andere luchtige tip: vervang de helft melk in het beslag door spuitwater of een andere koolzuurhoudende vloeistof: bier, cider, gemberbier … Luchtigheid gegarandeerd!
- Begin het beslag vanuit het midden te kloppen om het te mengen. Doe dit met een grote garde. Hoe groter, hoe luchtiger!
- Kies voor tarwebloem voor een luchtige deegtextuur.
- Gebruik karnemelk! Dit heeft een hogere zuurtegraad dan de klassieke variant en dat zorgt ervoor dat je pannenkoek de lucht in gaat. Geen flesje van in huis? Het zou ook helpen om een glas gewone melk te mengen met een eetlepel witte azijn en dit tien minuutjes te laten trekken -niet zo lekker als karnemelk, maar het zorgt wel voor fluffy textuur.
- Wat dacht je van spuitwater? Vervang het water uit het klassieke recept door een bruisend alternatief: eens de pan heet wordt, zullen de luchtbubbels groter worden en dus ook je pannenkoek extra luchtig maken.
Tip 8: Liever minder krokant?
Voeg je een scheutje olie toe aan je beslag, dan worden de pannenkoeken zachter en minder krokant
Tip 9: Pannenkoek met een hoek af
- Een traditionele nostalgische pannenkoek met ambachtelijke stroop smaakt altijd, maar zo nu en dan mag er wel eens een hoek af. Maak een beslag met verrassende ingrediënten, zoals kokos, ricotta, banaan, pompoen of zoete aardappel, havermout, rode biet of chiazaad.
- Ook lekker: pannenkoeken met een vleugje citroen, vanille of kaneel. Met een beetje vanille-extract, vanillesuiker, citroensap of kaneel door het beslag, smaken de pannenkoeken net even anders.
- Doe er voor de kleur iets koffie door. Gebruik gewoon het restje wat nog in de pot stond.